Archives for mei 2018

15 mei 2018 - No Comments!

Geen ontslag op staande voet voor weggeven gratis drank

Het geven van ontslag op staande voet is een riskante onderneming; dat blijkt eens te meer uit de beschikking van de kantonrechter in Alkmaar van 8 mei jl.

Tijdens een besloten feest van een collega dat bij Van der Valk werd gevierd heeft een medewerker bediening twee glazen sterke drank weggegeven, terwijl dit buiten het arrangement viel. Vervolgens is de medewerker naar aanleiding van dit voorval aan de hand van videobeelden op het matje geroepen en op 8 januari 2018 op staande voet ontslagen.

Van belang is dat in het huishoudelijk reglement dat van toepassing was stond benoemd dat het niet is toegestaan om gratis consumpties weg te geven en dat overtreding van deze regel leidt tot het treffen van arbeidsrechtelijke maatregelen, waaronder de mogelijkheid van een ontslag op staande voet.

De medewerker heeft de rechter gevraagd om het ontslag op staande voet te vernietigen. De kantonrechter geeft aan dat bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking moeten worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.

Dit volgt ook uit eerdere rechtspraak waarbij een werknemer van Hema op zijn laatste werkdag (vanwege een reorganisatie) op staande voet werd ontslagen omdat hij twee blikken motorolie had meegenomen (zie: HR 21 januari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4436; NJ 2000/190; JAR 2000/45 (Prins/Hema).

De kantonrechter is van oordeel dat de door Van der Valk gestelde feiten en omstandigheden onvoldoende zijn om de medewerker op staande voet te ontslaan. Om tot dit oordeel te komen weegt hij mee dat de medewerker de twee drankjes heeft geschonken aan gasten van een besloten feest met een zogenoemde ‘open bar’, dat één van de gasten een collega was en dat ook het feest zelf door een collega was georganiseerd. Ook neemt de kantonrechter bij zijn oordeel in aanmerking dat de medewerker steeds naar behoren heeft gefunctioneerd, hij niet eerder in de fout is gegaan en niet eerder een waarschuwing heeft gekregen voor een vergelijkbaar incident. De kantonrechter weegt verder bij zijn oordeel mee dat Van der Valk de gedraging ziet en kwalificeert als diefstal, maar dat zowel in juridische zin als in het gewone spraakgebruik en volgens het Huishoudelijk reglement 2017 geen sprake is van diefstal. Van der Valk had kunnen en moeten volstaan met een minder ingrijpende maatregel, zoals een officiële waarschuwing, een boete en/of een inhouding op het salaris.

Kortom;  het ontslag op staande voet wordt vernietigd. De medewerker kan zijn werkzaamheden niet hervatten omdat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd al was afgelopen per 30 april, maar de medewerker vorderde wel het loon tussen 8 januari en 30 april. Omdat de medewerker bediening inmiddels een andere baan had gevonden heeft de rechter het recht op loon gematigd naar 3 maandsalarissen omdat dit de wettelijke ondergrens is.

Het beroep op de aanzegvergoeding van 1 maandsalaris is afgewezen omdat het de werknemer op 8 januari al wel duidelijk was dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet wilde voortzetten, zodat hier geen misverstand over kon zijn ontstaan.

Ontslag op staande voet blijft tricky business!